Wanneer wij onze hond iets aan willen leren, is het belangrijk dat we de hond ook kunnen bereiken en dat de hond in staat is om informatie op te nemen. Dit is niet te vergelijken met de modus van je hond waarin overmatige adrenaline, instinct en ook opwinding de overhand voert. Hoewel je hond daar ook dingen van leert, is dat niet te vergelijken met elkaar.
Wanneer je hond bijvoorbeeld eens achter een ree heeft aangerend, bestaat er een grote kans dat hij de volgende keer dat hij daar loopt op diezelfde plek gaat checken of die ree er misschien nog steeds is. Er is op dat aangehaakt aan zijn instinct en de hond zal in eerste instantie dan ook primair willen reageren. Dit hangt natuurlijk ook van het type hond af en waar hij voor gefokt is.
Wanneer een herder met zijn Border Collie aan het schapendrijven is, worden deze modi gecombineerd. De hond gebruikt zijn instinct om de schapen richting de herder toe te brengen (dat hoef je niet te leren) en de herder vertelt hem hoe snel, waarlangs en of alle schapen ook mee moeten of dat er een paar kunnen blijven staan. Dit geldt ook voor hondensporten zoals behendigheid. We vragen de hond op topsnelheid een rondje te rennen over en door bepaalde hindernissen in de volgorde die wij graag willen en op de manier waarop wij graag willen. Of als we willen dat de hond bij ons komt.
Wat het instinct van je hond uiteindelijk is, het is belangrijk om eerst de hond de hond de spelregels van het luisteren uit te leggen. En uitleggen waarbij iets ook daadwerkelijk aankomt, kan alleen als de hond er open voor staat. Dat laatste noemen we ook wel de Think & Learn - zone.
Zodra de hond snapt wat de bedoeling is, kunnen we de omstandigheden voor de hond veranderen en kunnen we de moeilijkheidsgraad opvoeren. Net zo lang, totdat je hond ook in opwinding, een opdracht kan uitvoeren.
Stel je wil je hond leren over een hindernis heen te springen. Ons uiteindelijk doel is dat de hond een behendigheidsrondje kan lopen, dus het idee is dat de hond er zo snel mogelijk en foutloos overheen gaat. Allereerst mag de hond kennismaken met een sprong. Zodra hij weet wat dat is, leer je de hond dat je hier in (top)snelheid overheen kan gaan. Wanneer je bij de eerstvolgende stap niet de snelheid meeneemt in het verhaal, maar bijvoorbeeld de hond alleen laat volgen, leert de hond in zijn nadenkzone dat hij er dus langzaam overheen moet. Zodra je dan snelheid gaat opvoeren, gaat de hond dan bijvoorbeeld in je armen happen. Wanneer de hond bij stap 2 de snelheid heeft en de oefening foutloos uitvoert, kan je oefening moeilijker gaan maken.
Begin dus altijd eerst met je hond iets aan te leren in de Think & Learn zone. Daarna ga je snelheid toevoegen en de omstandigheden veranderen (in dezelfde zone dus). En tot slot ga je dit integreren.
Reactie plaatsen
Reacties